Virgogeschiedenis
Menu
Deze pagina’s zijn gemaakt ter ondersteuning van de lessen geschiedenis voor de leerlingen van het Virgo Sapiensinstituut in Londerzeel.
Elk jaar heeft een eigen pagina met onderwerpen en opdrachten. In elk jaar bestudeer je immers een andere historische periode. Toch zal je ook dezelfde rubrieken zien terugkomen. Zo hechten we veel belang aan de opbouw van het historisch referentiekader. Daar waar we in de eerste graad vooral werken rond tijd, ruimte en socialiteit, zal in de derde graad meer de nadruk liggen op de historische kritiek. Je kan hier ook PowerPoint presentaties, beeldfragmenten uit de les herbekijken, de trailers bekijken van interessante films en zoveel meer. |
|
Wat is geschiedenis?
Elk vak heeft een eigen manier van denken, een eigen manier om de werkelijkheid te benaderen en een eigen manier om informatie te ordenen. Historici denken historisch. Zij plaatsen en bekijken alles in de tijd.
Historici bestuderen mensen die in een bepaalde tijd (wanneer?) en op een bepaalde plaats (waar?) leefden. Mensen zijn, waar of wanneer ze ook leefden, eigenlijk altijd bezig met dezelfde vragen en problemen. Ze proberen te overleven, hun brood te verdienen. Omdat niet alle mensen in de samenleving daar in dezelfde mate succesvol in zijn, onderscheiden rijken zich van armen. Dit noemen we het socio-economische domein van de samenleving.
Een tweede vraag die historici bezig houdt is hoe mensen de samenleving organiseerden. Wie nam de beslissingen, wie bestuurde er? Een farao, keizer, koning of het volk? Wie kreeg welke rechten? Dit bestuderen we in het socio-politieke domein van de samenleving.
Tot slot willen we achterhalen wat deze mensen dachten, creëerden, uitvonden. Reeds duizenden jaren geleden maakten mensen gigantische bouwwerken waar een grote technologische kennis voor nodig was. Ook willen we graag te weten komen waar zij in geloofden. Dit is het socio-culturele domein van de samenleving.
Deze domeinen hangen samen en beïnvloeden elkaar. Bovendien is er sprake van een evolutie in deze domeinen doorheen de tijd. Wanneer een samenleving een aantal belangrijke wijzigingen ondergaat spreken we van discontinuïteit. Soms blijven kenmerken van een samenleving ononderbroken verder bestaan in een volgende samenleving. Dan hebben we te maken met continuïteit.
Om al dit menselijke gedrag uit het verleden te kunnen bestuderen, moeten we ons richten tot historische bronnen. Deze bronnen en overblijfselen probeert een historicus dan te interpreteren, vanuit specifieke vragen die hij eraan stelt. Bronnen kunnen misleidend zijn en meningen of vooroordelen bevatten. Maar zelfs wanneer we met redelijke zekerheid kunnen aantonen dat een gebeurtenis heeft plaatsgehad, kunnen we het werkelijke verleden nooit echt kennen.
Wanneer historici historische feiten chronologisch hebben geordend en oorzaak/verloop/gevolg-verbanden hebben gelegd, is het mogelijk dat ze van mening verschillen. Een historicus kan een bepaald beeld over het verleden reconstrueren, maar dat is niet noodzakelijk het enige beeld. Er kunnen verschillende visies over eenzelfde gebeuren recht van bestaan hebben.
Historici bestuderen mensen die in een bepaalde tijd (wanneer?) en op een bepaalde plaats (waar?) leefden. Mensen zijn, waar of wanneer ze ook leefden, eigenlijk altijd bezig met dezelfde vragen en problemen. Ze proberen te overleven, hun brood te verdienen. Omdat niet alle mensen in de samenleving daar in dezelfde mate succesvol in zijn, onderscheiden rijken zich van armen. Dit noemen we het socio-economische domein van de samenleving.
Een tweede vraag die historici bezig houdt is hoe mensen de samenleving organiseerden. Wie nam de beslissingen, wie bestuurde er? Een farao, keizer, koning of het volk? Wie kreeg welke rechten? Dit bestuderen we in het socio-politieke domein van de samenleving.
Tot slot willen we achterhalen wat deze mensen dachten, creëerden, uitvonden. Reeds duizenden jaren geleden maakten mensen gigantische bouwwerken waar een grote technologische kennis voor nodig was. Ook willen we graag te weten komen waar zij in geloofden. Dit is het socio-culturele domein van de samenleving.
Deze domeinen hangen samen en beïnvloeden elkaar. Bovendien is er sprake van een evolutie in deze domeinen doorheen de tijd. Wanneer een samenleving een aantal belangrijke wijzigingen ondergaat spreken we van discontinuïteit. Soms blijven kenmerken van een samenleving ononderbroken verder bestaan in een volgende samenleving. Dan hebben we te maken met continuïteit.
Om al dit menselijke gedrag uit het verleden te kunnen bestuderen, moeten we ons richten tot historische bronnen. Deze bronnen en overblijfselen probeert een historicus dan te interpreteren, vanuit specifieke vragen die hij eraan stelt. Bronnen kunnen misleidend zijn en meningen of vooroordelen bevatten. Maar zelfs wanneer we met redelijke zekerheid kunnen aantonen dat een gebeurtenis heeft plaatsgehad, kunnen we het werkelijke verleden nooit echt kennen.
Wanneer historici historische feiten chronologisch hebben geordend en oorzaak/verloop/gevolg-verbanden hebben gelegd, is het mogelijk dat ze van mening verschillen. Een historicus kan een bepaald beeld over het verleden reconstrueren, maar dat is niet noodzakelijk het enige beeld. Er kunnen verschillende visies over eenzelfde gebeuren recht van bestaan hebben.