Virgogeschiedenis
Menu
DE MODERNE TIJD
1789 - 1945
Welkom in het vijfde jaar geschiedenis, welkom in de moderne tijd
Vorig schooljaar maakte je kennis met de kritiek van de verlichte filosofen op het absolutisme, de standenmaatschappij en de godsdienstvervolgingen. De nieuwe ideeën die zij formuleerden over politiek, economie, godsdienst en samenleving zouden, niet zonder slag of stoot, ingang vinden in West-Europa. Zo betreden we het nouveau régime of de moderne tijd.
We bestuderen dit schooljaar de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. We bekijken het verleden daarbij vanuit West-Europees standpunt. We zijn immers ongewild gebonden aan onze standplaats. Om het verleden te bestuderen, vertrekken we vanuit bronnenmateriaal waar we vragen aan stellen. Het is echter niet zo dat geschiedenis rechtstreeks uit de bronnen af te lezen valt. Geschiedenis moet telkens opnieuw 'gemaakt' worden, naargelang de bronnen die we gebruiken en de vragen die we er aan stellen.
We moeten wel nagaan of die bronnen bruikbaar, representatief en betrouwbaar zijn. Dit doen we steeds in functie van een historische vraag.
We hebben de voorbije schooljaren het onderscheid geleerd tussen primaire en secundaire bronnen en tussen geschreven en ongeschreven bronnen. Je leerde de historische kritiek toe te passen op het bronnenmateriaal. In de derde graad verfijnen we onze competenties om de bruikbaarheid, representativiteit en betrouwbaarheid van een historische bron te bepalen in functie van de historische vraag. De standplaatsgebondenheid van de maker van de bron speelt daarbij een rol. We moeten er ons echter van bewust zijn dat ook ons denken en dat van de auteurs van ons boek bepaald is door onze standplaatsgebondenheid. Het beeld dat wij krijgen van het verleden is dus niet noodzakelijk het enige beeld. In de derde graad proberen we regelmatig stil te staan bij deze beeldvorming over het verleden.
Op deze pagina klik je door naar één of twee uur geschiedenis.
We bestuderen dit schooljaar de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. We bekijken het verleden daarbij vanuit West-Europees standpunt. We zijn immers ongewild gebonden aan onze standplaats. Om het verleden te bestuderen, vertrekken we vanuit bronnenmateriaal waar we vragen aan stellen. Het is echter niet zo dat geschiedenis rechtstreeks uit de bronnen af te lezen valt. Geschiedenis moet telkens opnieuw 'gemaakt' worden, naargelang de bronnen die we gebruiken en de vragen die we er aan stellen.
We moeten wel nagaan of die bronnen bruikbaar, representatief en betrouwbaar zijn. Dit doen we steeds in functie van een historische vraag.
We hebben de voorbije schooljaren het onderscheid geleerd tussen primaire en secundaire bronnen en tussen geschreven en ongeschreven bronnen. Je leerde de historische kritiek toe te passen op het bronnenmateriaal. In de derde graad verfijnen we onze competenties om de bruikbaarheid, representativiteit en betrouwbaarheid van een historische bron te bepalen in functie van de historische vraag. De standplaatsgebondenheid van de maker van de bron speelt daarbij een rol. We moeten er ons echter van bewust zijn dat ook ons denken en dat van de auteurs van ons boek bepaald is door onze standplaatsgebondenheid. Het beeld dat wij krijgen van het verleden is dus niet noodzakelijk het enige beeld. In de derde graad proberen we regelmatig stil te staan bij deze beeldvorming over het verleden.
Op deze pagina klik je door naar één of twee uur geschiedenis.